Co van Tongeren
Op donderdag 18 april 2013 kwam Co van Tongeren vertellen over de 2e Wereldoorlog. Om half elf moesten wij naar de aula. Co ging daar vertellen over zijn jeugd in de oorlog, hij was namelijk opgegroeid in een verzetsgezin. Daar wou hij graag over vertellen, zijn vrouw Jane was ook mee. In de aula hingen allemaal foto's over de oorlog, sommige foto's waren nogal heftig. Hij ging het eerste hoofdstuk voorlezen van zijn nog niet verschenen boek, wij waren de eerste groep die dat te horen kreeg. We mochten een echte jodenster vast houden en bekijken, een illegale krant die de vader van Co had getikt op een typmachine en een persoonsbewijs. Om 12 uur mochten we thuis eten.
Op donderdag 18 april 2013 kwam Co van Tongeren vertellen over de 2e Wereldoorlog. Om half elf moesten wij naar de aula. Co ging daar vertellen over zijn jeugd in de oorlog, hij was namelijk opgegroeid in een verzetsgezin. Daar wou hij graag over vertellen, zijn vrouw Jane was ook mee. In de aula hingen allemaal foto's over de oorlog, sommige foto's waren nogal heftig. Hij ging het eerste hoofdstuk voorlezen van zijn nog niet verschenen boek, wij waren de eerste groep die dat te horen kreeg. We mochten een echte jodenster vast houden en bekijken, een illegale krant die de vader van Co had getikt op een typmachine en een persoonsbewijs. Om 12 uur mochten we thuis eten.
Om 13.15 uur moesten we klaar staan met de fiets. We gingen een tocht maken door Uitgeest. We gingen alle punten af wat te maken had met de 2e Wereldoorlog. Eerst gingen we langs de skatebaan. Daar stonden drie huizen, die hadden te maken met de 2e Wereldoorlog. Een van die huizen werd aan de bovenkant in de fik gestoken. Drie mensen die daar woonden werden uit hun huis gejaagd.
We moesten voor het volgende punt de tunnel door. Daar bleek iets te zijn. We moesten de lange weg over langs het tankstation. De wind trok ons bijna de berm in. Bij het melkvee bedrijf moesten we onze fietsen neerzetten en met Co meelopen. We moesten een weiland in lopen in de richting van het spoor. Daar stond een grafsteen met daarop drie namen. Daar waren drie mensen vermoord bij dat station, die mensen hadden ook bij het station een bom op de rails gelegd toen die bom afging kwam er een trein aan en de voorkant van die trein vloog zo een aantal meter de lucht in.
Het volgende punt waar we heen gingen was in het dorp. Dat was bij een huis aan de middelweg, daar woonde een jongen met z'n ouders die jongen was 16 en en hielp ook mee met de bom op de rails. Die jongen bracht illegale kranten rond. Op en dag kwamen er Duitse soldaten het huis binnen gestormd. De jongen werd meegenomen, hij was nog geen 18 geworden.
Toen gingen we naar een huis tegenover Kindervreugd. In dat huis woonde een man, een vrouw en een kind. Boven in een kleine ruimte was een schuilplek, daar ging die man schuilen omdat de man gezocht werd door de Duitsers. De Duitsers gingen de vrouw ondervragen, de vrouw wist onder alle vragen uit te komen.
Daarna gingen we naar het volgende punt. Dat was bij een steeg vlak bij het Eethuis. Daar vertelde hij toen hij nog klein was en dat hij met z'n neefje speelde bij het gemeenthuis. Toen hoorde hij dat Maartje en Co werden gearresteerd (dat waren Co zijn moeder en zijn tweede vader). Toen liep hij naar zijn huis, de straten waren afgezet. Aleen Co mocht naar zijn huis, hij liep door de steeg de achtertuin en zo kwam hij bij de keuken, hij keek naarbinnen en hij zag een paar Duitse soldaten.
Toen gingen we naar een molen dicht bij Zaadnoordijk. Daar wonen nu de opa en oma van Thijs en Laurien. Daar waaide het zo hard dat Dana in de bosjes viel, en Sophie lag er ook bijna in. We lagen allemaal in een deuk. Hier vertelde Co niet zoveel als bij de andere punten.
Toen gingen we naar een huis, waar mensen woonden die mensen van straat naar binnen meenamen en daar een nieuw thuis voor gingen zoeken. Degene die een thuis wilden waren: Een vader en een moeder en een baby. De ouders gingen ergens anders wonen dan de baby. De ouders kregen een thuis achter het huis waar de baby opgroeide.
Daarna gingen we naar de kerk. Daar dichtbij waren twee huizen die ook veel betekenden in de oorlog. Daar woonde een broer van de jongen van 16. Die broer werd ook meegenomen en hij bracht ook illegale krantjes rond. Het huis daartegenover heeft Co zelf gewoond, in dat huis werd zijn vader uit het huis gehaald door de Duitse soldaten. Daar had Co zijn vader dus voor het laatst gezien.
Toen was het laatste punt: Het Gemeentehuis. Daar stond een standbeeld over de oorlog. Toen we naar binnen gingen hing in de hal een lijst met allemaal namen. Die mensen die daarop stonden waren in de oorlog dood gegaan. Het was een lijst met de doden die of in kampen, ongelukken of neergeschoten waren, daar stond de vader van Co ook tussen. De vader van Co was in een kamp overleden. Toen we verder naar binnen gingen, gingen we naar een ruitmte en daar konden we wat drinken: cola of cassis. Toen ging Co nog een stukje vertellen over die dag. Daarna ging de wethouder van Uitgeest ook nog vragen wat Co allemaal had vertelt en hoe we het vonden. Meester Henk bedankte Co en Jane en toen kwam Stijn B met een fles wijn voor Co en Jane namens de hele klas. Toen mocht je naar huis of nog even langs school. We vonden het een hele leuke en intressante dag!